Sinds mijn laatste blog is er exact één maand voorbij gegaan. (Voor wie de vorige blog miste: ROUWEN MET PENSEEL, een portret van de ziel.) Een maand waarin alles wat ik dacht te zijn, langzaam afbrokkelde. Ik kwam terecht in een enorme poel van verdriet en rouw. Pijn, pijn, pijn, dat was zowat het enige wat ik kon voelen in mijn hart, mijn borst, mijn buik. Ik schreef, huilde, wandelde elke dag. “You need to lose yourself, to find yourself”, werd zowat mijn dagelijkse mantra. Vooral het tweede deel van de zin, “find yourself”, hield me in beweging. Zelfzorg kwam op de eerste plaats. Ik trommelde vriendinnen op om me te ondersteunen in dit proces: met massage, yoga, zang en dans vroeg ik hen om samen met mij in beweging te blijven. Beweging stond centraal, zelfs al betekende dit lang en veel huilen. Ook huilen is beweging.
Dieptepunt
Het absolute dieptepunt kwam vorig weekend. Ik nam, om mijn hoofd leeg te maken, deel aan een driedaagse Vipassana-retraite in Athene. Hardcore meditatie: elf uur zitmeditatie per dag, in volledige stilte. Wat ik verwachtte te doen, namelijk ontspannen en mijn hoofd leegmaken, lukte me niet. Focussen op mijn ademhaling (nodig voor het soort zitmeditatie dat we beoefenden) werd een pure marteling. Na drie ademhalingen verdween ik telkens in sombere gedachten, en die gedachten zorgden ervoor dat de tranen over mijn wangen stroomden, zowat alle uren en minuten van de dag. Het enige wat ik verlangde was dat de pijn zou ophouden.
Schuilt er een moordenaar in jou?
De gedachten die me plaagden waren van een bijzondere kwaliteit: pikzwart, agressief, de meest afschuwelijke gedachten die je je maar kan voorstellen. Ik fantaseerde over messen, bloed, marteling, moord en zelfmoord, alles wat de innerlijke pijn die ik voelde maar zou kunnen overstemmen. Tegelijk vocht ik tegen dit soort gedachten, oordeelde ik erover, omdat ik moeilijk kon geloven dat ze ook bij mij hoorden. Dit ben ik toch niet?! En toch horen ze ook bij mij. Natuurlijk kan ik in gedachten de meest afschuwelijke dingen verzinnen. “In ieder mens schuilt een moordenaar”, wordt gezegd. Uit onderzoek blijkt trouwens dat zowat 70% van de mensen wel eens over (zelf)moord fantaseert. Oef, ik ben daarin niet alleen.
Meteen kwam er ook angst opzetten: hoe lang gaat dit proces nog duren? Betekent dat het hebben van (zelf)moordgedachten dat ik ook daadwerkelijk een mes ga oppakken? Nee, natuurlijk niet. Ze zijn een spiegel voor de intensiteit en heftigheid van het proces. Het gevoel van totale radeloosheid, onzekerheid en uitzichtloosheid is me bovendien bekend – voor wie mijn boek las: meer dan tien jaar geleden zat ik ook op de bodem van de put. En ik weet intussen hoe ik daar weer uit kan klimmen: door in beweging te blijven. Hoe klein die beweging ook is.
Ook afschuwelijke gedachten mogen er zijn
Ik maakte weer contact met een groot besef: ook de meest afschuwelijke gedachten mogen er gewoon ZIJN. Ik hoef er niet van weg te rennen.Ik mag en kan ze zien, ze toelaten. Maar dat betekent niet dat ik ernaar moet handelen! Ze tonen me dat verdriet en rouw ook met boosheid komt, met teleurstelling, met verwarring, radeloosheid, paniek, schaamte, spijt en schuld. Rouw is allesbehalve romantisch, verdriet heb je niet enkel om al het moois dat je verloor. Het gaat ook om de dingen die je niet deed, niet zei, niet aanpakte. Het gaat om het durven zien van zowel je fouten en gebreken, om het durven leren van je lessen. Een zucht ging door me heen. Zodra ik met liefde naar mijn destructieve gedachten en gevoelens kon kijken, gewoon als deel van het totaalpakket dat ik ben als mens, werden ze minder zwaar, minder belangrijk, klaar om in het niets op te lossen.
Nooit meer terug
Rouwen is een heel klein beetje sterven. Datgene wat je dacht te zijn, sterft af. Je breekt in duizend stukken en je denkt: “Er blijft niets van me over!” Precies dat gevoel, die paniek, dat is de voedingsbodem voor ware transformatie. Eigenlijk ben je dan hard bezig met het doorbreken van de gewoonte (lees: stagnatie) om “jezelf” te zijn. Want wat is dat eigenlijk echt, jezelf zijn? Jezelf zijn is allesbehalve gewoonte of herhaling. Het is: beweging! Dat wat je in essentie bent, is niet anders dan voortdurende beweging en verandering. Jezelf zijn is meestal niet wat je denkt te zijn. In mijn schrijfboek noteerde ik:
“Break yourself in a thousand pieces and more. Step into nothingness. Embrace nothingness.
Only from nothingness true transformation starts.
From dot to everything!”
Een groot deel van wie ik dacht te zijn, was na zeven jaar innig versmolten met mijn partner, die nu mijn partner niet meer is. Nog steeds voelt het een beetje alsof er een arm bij me is afgehakt. Een arm die ‘nooit meer’ op dezelfde manier zal aangroeien. Het is bovendien het ‘nooit meer’ dat me verschrikkelijk veel onzekerheid en angst inboezemde. “Komt hij dan werkelijk nooit meer terug?” schreef ik in mijn schrijfboek. Achteraf heb ik deze vraag wel twintig keer omcirkeld. Het is de vraag die ik als kind ook ettelijke keren aan mijn moeder stelde, nadat mijn vader onverwacht overleed. De schok was toen zo groot dat ik het niet kon geloven: hoe kan iemand plots weg zijn om nooit meer terug te komen?
In het nu krijg je kansen
Het afscheid van mijn partner bracht me ook weer terug in het rouwproces om mijn vader. Of hoe het NU me de kans geeft om ook weer in dat oude rouwproces diepere lagen te helen. Lagen die leiden naar nog meer zelfliefde, zelfvertrouwen en zelfcompassie. Geloof me, hoe beter je in staat bent om ook de moordenaar in jezelf te omhelzen, hoe dieper je zelfliefde gaat.
En dan … eindelijk! Drie dagen geleden werd ik voor het eerst sinds lange tijd wakker uit een mooie – erg symbolische – droom. In de droom zag ik een vrouw die met haar hele romp in een ijsblok gevangen zat. Waar ik ook ging, telkens wierp ze me plagerig ijs voor de voeten: “Hier ben ik! Kom dan! Durf je mijn ijs aanraken?” Het ijs om haar romp smolt zodra ik haar omhelsde. Haar hart kwam vrij. Het mag voortaan weer warm, kwetsbaar en wagenwijd open. Ik weet nu dat het veilig is, zelfs de moordenaar in mezelf kan mijn hart niet doden.
THE JOURNEY
Tot slot trakteer ik je graag op een wondermooi gedicht, van de Amerikaanse dichteres Mary Oliver: The Journey. Een gedicht waar ik veel troost uit haalde. Het zegt alles over afbrokkelen, in duizend stukken breken, over TRANSFORMATIE en hoe belangrijk het is om daarbij steeds in BEWEGING te blijven … tot alle oude boze of bange stemmen vervagen, en je je innerlijke stem weer hoort, de stem die je leidt.
.
THE JOURNEY
One day you finally knew
what you had to do, and began,
though the voices around you
kept shouting
their bad advice –
though the whole house
began to tremble
and you felt the old tug
at your ankles.
“Mend my life!”
each voice cried.
But you didn’t stop.
You knew what you had to do,
though the wind pried
with its stiff fingers
at the very foundations –
though their melancholy
was terrible.
It was already late
enough, and a wild night,
and the road full of fallen
branches and stones.
But little by little,
as you left their voices behind,
the stars began to burn
through the sheets of clouds,
and there was a new voice,
which you slowly
recognized as your own,
that kept you company
as you strode deeper and deeper
into the world,
determined to do
the only thing you could do –
determined to save
the only life you could save.
.
Heb je graag begeleiding? Dan is mijn boek misschien voor jou. Kijk op: Schrijven naar bewustzijn.
.
Joey Brown is schrijf- en bewustzijnscoach, en auteur van het boek Schrijven naar Bewustzijn, Ontdek je ware verhaal. Ze woont op het eiland Ikaria.
P.S. Wil je graag op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor de NIEUWSBRIEF.
Neem ook regelmatig een kijkje op de FACEBOOKPAGINA!
Lieve Joey,
Wat een prachtige, hartverscheurde tekst heb je geschreven over je rouwproces. Ik herken er veel in. Blijf bewegen!
Liefs en groet, Ruud.