Hoe vrij ben jij van sleutels, gordels en grenzen? Van uurwerk, telefoon, tablet en computer? Wat als je nooit de tijd zou hoeven weten, je huisdeur altijd open zou staan en buren altijd welkom waren, op elk moment van de dag?
Hoe zou je je dan voelen?
Wie zou je zijn als je in dit soort vrijheid zou leven?
.
“Ik vrij, jij vrijt, wij vrijheid”, zegt Loesje, en het zou wel eens de slagzin van een zomers Ikaria kunnen zijn. Maar dat soort oppervlakkige alle-remmen-los-vakantievrijheid is niet waar ik het in deze blog over wil hebben. Wel over een heel ander soort vrijheid. En over tijdloosheid.
*
Meer lezen over Ikaria en de liefde? Lees: Ikaria is geen plek maar een emotie: liefde!
*
Vrij van sleutels, gordels en grenzen
Steeds meer Duitsers, Zwitsers, Fransen, Engelsen en Belgen vinden hun weg naar Ikaria. Wat is het, dat hen zo aantrekt? Antwoord: vrijheid en tijd. Een soort vrijheid – en staat van tijdloosheid – die ze in hun land van oorsprong niet meer kennen. Vrij van honderden regeltjes, wetten, verkeersborden, pasjes, kaarten, sleutels … die je al dan niet toestaan om ergens te staan, wandelen, fietsen, rijden, te zijn. Ga maar eens na: hoeveel sleutels draag jij in je zak? Hoeveel pasjes heb jij die je toegang tot x of y verlenen? En wat als je dat plots allemaal niet meer zou hebben? Niet zou moeten meedragen in je broekzak of handtas?*
Parkeervrijheid*Perk
Op Ikaria parkeer je je auto nog waar je wil. Bewonerskaarten en verkeerslichten vind je hier niet. Stopborden af en toe, als de wegen elkaar kruisen. Huisnummers hebben we niet, openbaar vervoer ook niet. Geen bustijden of treinschema’s om je druk over te maken. Als je niet over een auto of een scooter beschikt, dan steek je je duim uit en je hoopt dat een voorbijrijdende auto je oppikt. Of je belt een buurvrouw of een taxi die je even heen en weer naar de supermarkt brengt.*
Helmvrij
Een autogordel draag je omdat je geen boete wil (niet om jezelf te beschermen) en hetzelfde geldt voor motorhelmen: zoiets draag je enkel in de zomer, wanneer de politie wakker wordt uit winterslaap. Telefoneren achter het stuur? Geen probleem. Sleutels? Die laat je gewoon achter in de auto, op de huisdeur of op het poortje dat je tuin omsluit. Geiten en schapen heb je het liefst niet in de tuin, maar buren, vrienden en familie zijn op elk moment van de dag welkom. Ook als je zelf niet thuis bent. Vreemd? Helemaal niet. Het gebeurt wel vaker dat er bij thuiskomst vrienden of familie om je tafel zitten. “We hebben onszelf maar wat koffie gezet, in afwachting van je komst.”*
Huisdier vrij
Tot slot nog over huisdieren. Doorgaans zijn honden niet zo geliefd op het eiland (geiten en schapen, weet je wel), maar in het mini-dorpje waar ik woon zorgen we allemaal tegelijk voor onze drie honden. Uitgezonderd in de drukste zomermaanden lopen de honden vrij rond, en ze leggen bezoekjes af bij elkaar. Mijn hond brengt vaak haar twee vriendjes mee naar huis. Dan staan ze alle drie uitgelaten te blaffen: ‘Is het goed als we bij jou in de tuin komen spelen?’
*
Proeven van vrijheid en tijdloosheid kan je tijdens de verdiepingsweek op Ikaria.
+
Ongeschreven wetten?!
“Maar Joey, zijn er dan zelfs geen ongeschreven wetten?” Tuurlijk wel. Het eiland draait op ongeschreven wetten, waarvan de meeste in het teken staan van veiligheid en het leven in gemeenschap. Zo zal een Ikarioot zelden harder dan 50 km per uur rijden op de kronkelige wegen. Liever traag, dan dood. Ze weten dat je met snelheid tijd verliest, en heel makkelijk ook je leven. Held zijn in het verkeer, doe je hier door traag te rijden. Met je gsm aan je oor, half dronken of slaperig … dat is allemaal niet zo van tel. Als je maar traag rijdt.*
Liever niet monokini
Als vrouwelijke inwoner van Ikaria, ga je liever niet in monokini op het strand. Toeristen doen wat ze willen, die kunnen zelfs helemaal in hun blootje op het hippie-naaktstrand van Ikaria. Maar als je op Ikaria woont, dan doe je dat liever niet. Logisch eigenlijk: ik hoef ook niet per se elke dag mijn buurvrouw, bakkersvrouw of apothekersvrouw met blote borsten op het strand te zien.
Sociaal in de straat
Wees hoffelijk en vriendelijk in het openbaar. Goed geluimd of niet, je groet wie je tegenkomt in de straat. Voor wie gewend is aan het wonen in een grote stad, en het heerlijk vindt om anoniem rond te lopen, kan dit best confronterend zijn. Mensen in de ogen kijken? Een glimlach opzetten? Een praatje slaan in het postkantoor? Bij de supermarkt met je naam aangesproken worden? Dat was allemaal nieuw voor mij. Maar ik leerde al heel gauw: als ik geen vriendelijk straatgedrag vertoon, overtreed ik een ongeschreven wet.
Tijd voor iedereen
Neem voor iedereen je tijd. Als iemand je gedag zegt, of aanspreekt in de straat, of je wat vraagt, kan je niet zomaar doorlopen, of ‘ophoepelen’ zeggen. Ook al ken je de persoon in kwestie niet, en heb je hoegenaamd geen zin in een praatje, je neemt de tijd. Hetzelfde geldt voor zoiets als ‘helpen’. Hoe gek ook de vraag om hulp is – dat gaat van een ladder versleuren tot het mee zoeken van een losgeslagen ezel – je doet wat je kunt om de ander te helpen.
Leven in tijdloosheid
Leven in het tijdloze Ikaria is leven zonder uurwerk. ‘s Ochtends gooi je de deur open en je kijkt hoe hoog de zon staat. Je stemt af op het ritme van de natuur. Al gauw zal je merken: er is altijd tijd genoeg! Als je niet streeft naar ‘op tijd’ en ‘stiptheid’, niet naar tellen, optellen en uit-rekken van tijd, dan zak je in de non-tijd die Ikaria is.
Afspraken worden gemaakt en nagekomen, maar om hoe laat dat dan precies is, is niet zo belangrijk. Als je wordt uitgenodigd voor een feestje om acht, kan je evengoed om tien, elf, of twaalf komen aanwaaien (voor feestjes nemen Ikarioten de tijd, feestjes duren gemiddeld tot het eerste ochtendlicht).
Niet voor niks staat Ikaria bekend als het eiland ‘waar de inwoners vergeten te sterven’: weinigen zijn zich bewust van leef-tijd, wel van de vloeibaarheid en veranderlijkheid van het leven. Ikarioten leven in het nu. Nu is altijd nu, en is tijdloos. Dus hoezo word je dan oud?
*
Ikaria transformeert! Lees het in mijn blog Ikaria: onderneem de reis naar je hart
*
*
ZIN IN SCHRIJVEN?
Deze vragen kunnen je op weg zetten. Wat zijn jouw antwoorden?
- Hoeveel sleutels draag jij in je zak? Hoeveel pasjes heb jij die je toegang tot x of y verlenen?
- Wat als je dat plots allemaal niet meer zou hebben? Niet zou moeten meedragen in je broekzak of handtas? Hoe zou je je dan voelen?
- Wie zou je zijn als je in vrijheid zou leven?
.
Reageer je graag? Dat kan onderaan deze blog.
.
Joey Brown is schrijf- en bewustzijnscoach, en auteur van het boek Schrijven naar Bewustzijn, Ontdek je ware verhaal. Ze woont op het eiland Ikaria.
P.S. Wil je graag op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor de NIEUWSBRIEF.
Regelmatig post ik foto’s, schrijfmeditaties en verhalen op INSTAGRAM en ook op mijn FACEBOOKPAGINA! Neem een kijkje, en als je fijn vindt wat je leest, is een duimpje altijd welkom!
*
Emma Veenstra zegt
De sleutel van Geluk
Drie sleutelbossen draag ik altijd bij me: de eerste is van mijn eengezinshuis en telt vier stuks: voordeur, achterdeur, schuur en… die van mijn woonkamer. Want in de loop der tijd heb ik vaak huurders gehad, en niet bij iedereen voelde ik me echt op mijn gemak als alleen wonende vrouw. Die angst (overigens altijd misplaatst gebleken) was uiteindelijk wél mijn redding toen er ingebroken werd. De dieven, binnengedrongen door met een koevoet het hele keukenraam op te krikken, rukten vergeefs aan mijn kamerdeur: op slot! Zodat ze lekker naar mijn laptop, tv en geluidsinstallatie konden fluiten. Boven in de slaapkamer gooiden ze weliswaar alles overhoop, maar al die kleurrijke lakensets waren niet echt de buit die ze zochten. Alleen op zolder sloegen ze hun slag. Want oh, ironie, daar stond de laptop van mijn huurder, die in het volle vertrouwen dat ik zelf ontbeerde, zijn deur wijd open had laten staan toen hij een boodschapje ging doen. Och arme! Net toen hij thuis kwam, sprongen er in het halfduister drie grote mannen uit het raam naar buiten. De vraag, wie toen het meest van wie schrok, is altijd onbeantwoord gebleven.
De tweede ‘sleutelbos’ is er eigenlijk maar eentje: mijn autosleutel, samen-geringd met zo’n klik-dingetje, dat je voertuig laat oplichten in het donker. Alleen, die van mij doet het niet. Best lastig, als je nachtblind bent en er ’s avonds graag op uit gaat: alles op de tast! Maar als ie eenmaal rijdt, zing ik luid boven de ronkende motor uit
De derde sleutelbos telt vier exemplaren. Ofwel vier ingangen naar mijn ‘paradijs’; het volkstuinhuisje waar ik bijna elke zomer zit (en lig, en slaap, en ja, soms bijna een Ikaria-achtig bestaan leid). Eén van de sleutels is voor de hoofdingang van het park, want die gaat ’s winters op slot. Als eigenaar echter (dus mét sleutel) mag je ook dan nog komen rommelen in je tuintje, mits ná zonsopgang en hooguit tot zonsondergang.
De tweede sleutel is die van de brievenbus bij het hekje, waar zes maal per jaar post in verschijnt. In april eenmalig het jaarverslag van het bestuur, En daarna vijf keer ons eigen volkstuinblad, waar ik zelf graag volop verhalen voor schrijf. Boetes voor achterstallig onderhoud belanden in principe ook in de brievenbus, maar die heb ik zelf de laatste jaren niet meer aangetroffen. Elke maand één keer in de brievenbus kijken is dus voldoende.
Sleutel drie opent de deur van mijn schuurtje vol tuingereedschap, schroeven en moeren, tuinstoelkussens en opblaasbadje voor het nageslacht. En dan de belangrijkste sleutel: die van het volkstuinhuisje zelf, alias mijn paradijsje. Want op die 24 vierkante meter heb ik alles wat mijn hartje begeert: gas(tanks), water en (elektrisch!) licht. Een keukentje, toilet & douche, en een opklapbed waarin het beter slaapt dan thuis.
Elke avond klap ik de poten uit in wat ik maar noem de ‘ontvangstruimte’. Want eenmaal daar neergestreken, willen al mijn vrienden mij plotseling weer zien: ’s zomers ben ik stukken populairder dan ’s winters… En ik gun het ze! Van hun kant gunnen ze mij dan weer de heerlijkste hapjes en flessen drank, want ze zullen nooit met lege handen aankomen bij de lunch of barbecue.
Maar… ik heb het er wel ‘druk’ mee! Ook omdat ik, nu ik ouder word, telkens vergeet wat ik waar heb achtergelaten: thuis of in het tuinhuis? Zodat gerechten het regelmatig ineens zonder de vereiste ui en champignons moeten doen, of de kip in godsnaam maar vervangen wordt door een blikje zalm. Who cares anyway, in zo’n paradijsje? Desnoods zet ik thee van onkruid! Maar toegegeven, er moet ook hard gewerkt worden. Wat heet? Gebuffeld zal je bedoelen; gezwoegd tot je uitglijdt over je eigen zweet! Zeker bij een zo benauwd-warme zomer als deze. Want een volkstuin eist dat je tuiniert, het is geen veredelde camping. Maar heb je ‘het’ eenmaal in de groene vingers (heeft bij mij heeel lang geduurd), dan krijg je er honderdvoudige voldoening voor terug.
Dus wat, als al die sleutels plotseling zouden ontbreken?
Nou, dan werd het wel een kale boel… Of is het toch een ‘vlucht’ in de drukte, dat ik altijd tijd te kort kom om mijn plannen uit te voeren? Want plannen te over! En ik houd van de combinatie werken met je hoofd en werken met je handen. Maar nu ik 68 ben, hol ik mijzelf wel regelmatig voorbij. Pfft… Spierpijn! Moe! Dan voel ik me ‘oud en gebroken’. Ook herinner ik mij wel degelijk, hoe heerlijk het was toen ik vorig jaar tien dagen lang in Gambia zat: de vriendelijkheid van de bevolking, het niets-doen zonder schuldgevoel… Echt vurrukkulluk. Maar toch: als ik mij verbeeld, dat ik daar altijd zou ‘moeten’ zitten, met net zo veel (lees: niks) als de gemiddelde inwoner, dan slaat de schrik mij om het hart: zou ik ooit nog kunnen overleven zonder boeken, zonder cultuur, zonder schrijven? Want zonder pen of bloknootje (laat staan een laptop) wordt dat wel een verdomd lastige en armetierige bedoening…
Nee, ik zegen mijn huidige bestaan, hoe vaak ik mijzelf ook voorbij hol. Want weet je? Ik kan, als het moet, zó aan mijn zelfopgelegde plichten ontsnappen. Door in het vliegtuig te stappen en Ikaria bijvoorbeeld te ontdekken. Of door de sleutel van mijn tuinhuis uit mijn tas te vissen en daar domweg een dagje te gaan zitten niksen, luisterend naar de natuur. Oooooohm!
Joey zegt
Wat een heerlijk voorbeeld van ‘er is altijd (schrijf)tijd genoeg’! Dankjewel voor de tijd die je nam, Emma, om deze heerlijke reactie te schrijven.